De bruiloft te Kana
De bruiloft te Kana

De bruiloft te Kana

‘Schijn bedriegt’ willen we nog wel eens zeggen als we willen uitdrukken dat iets anders in elkaar zit dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Schijn bedriegt ook in het geval van de bruiloft te Kana. Het is namelijk al te makkelijk om te zeggen dat dit een redelijk onbeduidend en onbelangrijk wonder van Jezus is. Vergeleken met de wonderverhalen over een wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging, verhalen over demonen die uitgedreven worden, zieken die genezen worden en mensen die opstaan uit de dood.

Zo onbelangrijk dat we het ook alleen maar in het evangelie van Johannes tegen komen. De andere drie evangeliën reppen er met geen woord over en ook in de rest van het Nieuwe Testament komen we geen verwijzing naar het veranderen van water in wijn tegen. Maar dat is eigenlijk geeneens zo interessant. Je moet namelijk niet de vraag stellen waarom de rest niet over dit wonder schrijft, maar waarom Johannes het wél doet.

De schrijver van het Johannesevangelie spreekt als enige over wonderen als ‘tekenen’. Het wonder wijst ons dus op iets anders eigenlijk volgens de schrijver, het is een teken. En daarom was het belangrijk genoeg om dit ogenschijnlijk nutteloze wonder in Kana toch op te nemen in zijn verhaal. En ik ga u een lange preek besparen door nu al de essentie van het verhaal te verklappen: Het tekort aan wijn staat symbool voor de tekortkomingen van de wereld waarin wij leven.

Schijn bedriegt inderdaad…

Het tekort aan wijn staat symbool voor de tekortkomingen van de wereld waarin wij leven.

Het Johannesevangelie opent met een prachtige passage over een Woord dat mens werd en over een licht dat in de duisternis scheen. Vervolgens ontmoeten we in het Johannesevangelie nog even Johannes de Doper en daarna zijn we eigenlijk al praktisch bij de bruiloft te Kana aanbeland. En ook in Kana gaat het eigenlijk heel snel, we lezen eigenlijk niks over de feestelijkheden. In het derde vers komt het probleem al bovendrijven. De wijn was op. 700 liter aan lege vaten. De wijn was heel erg op zou je kunnen zeggen. Binnen no-time rollen we zo middenin het verhaal. Maar dat betekent niet dat het verhaal geen achtergrond heeft. Het is geschreven in een Joodse context. Het hele Oude Testament is eigenlijk de context voor dit verhaal. En dan moet je denken aan al die profeten die steeds weer hardop dromen over een land van melk en honing. Een land waarin het aan niets ontbreekt. Een land van overvloed, zoals we dat onder andere vinden bij de profeet Amos:

Dan komen de dagen – spreekt de heer – dat de ploeger de maaier ontmoet en de druiventreder de zaaier, dat de bergen druipen van de wijn en alle heuvels golven van het koren.

Amos 9:13

Maar we vinden de verwijzingen naar dat land van overvloed niet alleen in de profeten, maar ook in de psalmen. Bijvoorbeeld in de beroemde psalm 23, waar God de mens bij Hem aan tafel uitnodigt. De psalmist schrijft dat hij zijn beker ziet overstromen, want er is meer dan genoeg. Boven het verhaal van de bruiloft te Kana hangt de belofte dat Jezus een wereld komt brengen waarin het goede overvloedig aanwezig zal zijn. Dus als het tekort aan wijn symbool staat voor de tekortkomingen van de wereld waarin wij nu leven, dan is daar gelukkig Jezus als redder in nood! Om daar verandering in te brengen.

Maar, zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Er is een reden dat ik ervoor kies om al aan het begin van mijn verhaal de clou te verklappen. Het is namelijk niet de grote verrassing, maar het grote dilemma. Want als we goed kijken in de tekst dan kunnen we niet anders dan ons verbazen over de eerste reactie van Jezus. De Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt het nog relatief vriendelijk. Maar Jezus zegt eigenlijk tegen zijn moeder:

Wat hebben wij daar mee te maken mevrouw?

Gevolgd door de cryptische woorden:

“Mijn tijd is nog niet gekomen.”

Als die lege vaten symbool staan voor onze lege handen, voor de tekortkomingen van deze wereld waarmee wij geconfronteerd worden, juist dán is de reactie van Jezus zo moeilijk te begrijpen. Te meer omdat als we eerlijk zijn we soms het gevoel hebben dat God net zo reageert als wij tegen de grenzen van deze wereld aanlopen.

“Mijn tijd is nog niet gekomen”

Maar wanneer dan wel? Of zoals we het zo vaak in de psalmen aantreffen: “Hoe lang nog HEER?”

Als gelovigen proberen we voor onszelf, voor elkaar, voor de hele wereld eigenlijk, de hoop levend te houden dat het ooit anders wordt. Een betere wereld. We hebben de opdracht als christenen om de wereld nu zo mooi mogelijk te maken, door onze woorden en onze daden. Maar we weten bij voorbaat ook al dat ook wij tegen onze grenzen aanlopen. We kunnen de hemel niet op aarde praten. We kunnen het paradijs niet bouwen met onze daden. Er is zoveel dat we niet onder controle hebben en hoe langer we meelopen op deze aarde, hoe meer we dat in de gaten krijgen. Er is zoveel dat ons en anderen simpelweg overkomt.

Die eerste reactie van Jezus is dan extra pijnlijk: “Wat heb ik daar mee te maken?” Alles. Dat zou je als gelovig mens toch willen antwoorden? Soms lijkt het alsof God Zich niet zoveel aantrekt van wat er allemaal hier op aarde gebeurd. We geloven in een God. Vaak geloven we ook in een goede God. En toch… Waarom grijpt Hij dan niet in?

De woorden van Jezus zijn pijnlijk omdat ik denk dat we als mensen soms het gevoel kunnen hebben dat dat het antwoord is dat we krijgen als we machteloos, met onze lege handen naar boven kijken:

“Wat wilt u van me?” “Mijn tijd is nog niet gekomen.”

Toen ik hier was met het schrijven van mijn verhaal wist ik nog niet zo goed hoe het deze keer af ging lopen. Vaak weet je dat van tevoren en schrijf je vervolgens naar je conclusie toe. Elke week mag ik als predikant weer met nieuwe woorden de goede boodschap over proberen te brengen. En in zekere zin heb ik wel goed nieuws, maar ik weet niet of u er genoegen mee kunt nemen. Ik weet niet of ik er zelf genoegen mee kan nemen als ik eerlijk ben.

Mijn tijd is nog niet gekomen”, zegt Jezus. Wanneer dan wel? Belofte maakt schuld zou je kunnen zeggen en de schrijver van het Johannes-evangelie komt ook op deze woorden terug. Hij maakt de cirkel rond vlak voordat hij begint te vertellen over het lijdensverhaal. Vlak voor de gebeurtenissen van de stille week spreekt Jezus de volgende woorden:

‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van u macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die u hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.

Johannes 17:1-3

Jezus gaat bewust zijn dood tegemoet. Wetend dat ‘zijn tijd’ nu is gekomen. Het goede nieuws over die wereld waarin God de tafel voor ons gedekt heeft, wij persoonlijk genodigd zijn, waar de beker overstroomt. Dat goede nieuws is onlosmakelijk verbonden met de dood. Met de dood van Jezus. En met onze eigen dood.

Sommige mensen leven met de dood. Omdat ze die van heel dichtbij hebben gezien. Of omdat ze niet lang meer te leven hebben. Maar velen van u zullen de dood vooral wegstoppen zolang dat gaat. Het lastige aan het goede nieuws dat we als kerk steeds opnieuw vertellen is dat dat heerlijke leven voor ons is weggelegd. Maar pas na de dood.

En natuurlijk mogen als we geïnspireerde en oprechte mensen ook echt ervoor vechten om van deze wereld iets te maken. Maar als het puntje bij het paaltje komt loopt de route die de Bijbel schetst altijd langs de dood. Altijd door dat dal van diepe duisternis. Waarom God dat niet anders kon laten gebeuren weet ik niet. Daar zijn boekenkasten vol over geschreven, maar volgens mij komen we daar als mensheid niet uit.

Elk leven eindigt met de dood. En voor veel mensen wordt het leven met de jaren steeds moeilijker. Geliefden vallen weg. Wat zo vanzelfsprekend was, je werkzaamheden, je gezondheid, iets simpels als zelf kunnen fietsen of autorijden…ook dat kan verdwijnen. Een leven kan zo omslaan. En hoe verder je komt in het leven hoe verder je terug kunt kijken en hoe minder ver je vooruit durft te kijken.

Ik heb deze week hoop geput. Uit de woorden van de ceremoniemeester op die bruiloft te Kana:

“Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!”

Johannes 2:10

Ik vind het moeilijk om te moeten beseffen dat ik ooit doodga. Dat mensen van wie ik houd dood kunnen en zullen gaan. Ik vind het lastig dat ik enerzijds lachend kan genieten van een klein opgroeiend wonder in ons gezin, maar anderzijds me ook bezorgd afvraag hoe de wereld er later als hij groot is in Godsnaam uit zal zien. En toch…

Ik geloof, ik hoop, dat God de beste wijn tot het laatste heeft bewaard. Juist als je het menselijkerwijs niet meer verwacht. Tegen alles wat we ons kunnen voorstellen in. Blijft de boodschap van de Bijbel staan. Confronterend. Na de dood komt er een nog mooiere tijd. Het beste tot het aller-aller-laatste bewaard.

Het beste tot het aller-aller-laatste bewaard.

Eeuwig leven. Dat schrijft Johannes verderop in zijn evangelie. En daar kunnen we ons eigenlijk geen voorstelling van maken. Misschien lijkt het op die gedekte tafel van Psalm 23. Misschien op de groene heuvels vol met dieren van Jesaja. Misschien de gouden stad uit Openbaring. Misschien op een groot bruiloftsfeest. Wie zal het zeggen?

Hoe ziet uw hemel eruit? Waar ziet u naar uit? Als u het aandurft om bij de koffie een goed gesprek te hebben moet u die vraag maar eens stellen: Hoe ziet jouw hemel eruit?

Als we eerlijk naar de dood durven kijken. En dan misschien nog wel verder. Dan verandert ook het perspectief op ons leven voor de dood. Dat leven doet er toe. Het heeft waarde omdat het van God gegeven is. En we hebben dan ook de opdracht gekregen om er zorgvuldig en liefdevol mee om te gaan. Of zoals het zo mooi staat in dat ene lied:

Houd van het leven, geef dank aan de Schepper,

wees blij met het licht van de Zoon dat ons tooit.

Voel de kracht van de Geest en volg het pad van de vrede

tot ons leven zijn tijd heeft voltooid.

Nieuwe Liedboek 880:4

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *