Vergeven
Vergeven

Vergeven

Ik wilde al een tijdje een keer een preek schrijven over vergeving. Het onderwerp stond al langer bij mij op de reservelijst en toen ik één van de teksten las die op het leesrooster stonden wist ik dat het moment daar was. Vergeving dus. En dan iets specifieker…vergeving tussen mensen. En natuurlijk heeft God daar iets mee te maken en iets over te zeggen, maar daar komen we zo meteen wel op.

Nou kan ik me voorstellen dat u misschien nu wel aan het lezen bent en dat u bij zichzelf denkt: Eigenlijk heb ik niemand te vergeven. Ik heb geen ruzie, geen wrok. Mijn leven is in harmonie. Ik heb u dan toch wel iets te vertellen, laat ik beginnen met het volgende:

Gezegend ben je als je niemand te vergeven hebt. En gezegend ben je als niemand jou vergeven moet. De realiteit is alleen dat vroeg of laat het tussen mensen onderling schuurt. Zo gaat dat met relaties. De realiteit is ook dat mensen beschadigd kunnen raken. Ook in de kerk. Ik ben ondertussen achter genoeg deuren geweest om daar meerdere verhalen bij te hebben. En misschien dat als u iets langer nadenkt en als u naar uw eigen handen, uw eigen leven, uw geest, uw lichaam kijkt. Dat u dan de sporen en de littekens ziet.

We worden soms gevraagd in ons leven om een ander die ons veel pijn heeft gedaan te vergeven. En dat is niet makkelijk. Ook als u straks deze preek gelezen heeft is dat misschien niet makkelijker geworden. Soms hebben we het ook nodig om zelf vergeven te worden. Omdat we finaal over de grenzen van een ander heen zijn gegaan. Er is volgens mij geen leven mogelijk zonder vergeving. Zonder vergeving zou de boel snel vastlopen.

We zullen in ons leven talloze malen iemand moeten vergeven. En vergeven worden. Dat overstijgt die 490 keer waar Jezus het in dat beroemde Bijbeldeel over heeft. U moet die rekensom van 7 maal 70 keer vergeven ook alstublieft niet te letterlijk nemen. Wie bijhoudt hoe vaak hij iemand nog moet vergeven heeft het niet helemaal begrepen.

Weet u wat ik interessant vond aan die tekst uit Matteüs waar ik het net over had? Dat Jezus over geld gaat praten. Ik had er altijd over heen gelezen. Schuld ontstaan door woorden, daden en het overschrijden van grenzen is kennelijk op de één of andere manier te vergelijken met een financiële schuld. Het wordt iets dat tussen mensen in staat. En de relatie scheef trekt. Een schuldenaar en een schuldeiser. En hun relatie wordt bepaald door het bedrag dat op hun relatie drukt.

De relatie is scheef. Niet recht maar onrecht zou je kunnen zeggen.

En er zijn over het algemeen twee manieren om dat weer recht te trekken:

  1. De schuldenaar kan iets doen: door de schuld te betalen op de één of andere manier
  2. De schuldeiser kan afzien van genoegdoening en de schuld kwijtschelden

Zo werkt het niet alleen met geld, zo werkt het ook met schulden die ontstaan door wat we doen en zeggen:

  1. Sorry zeggen, zeggen dat je fout zat en oprecht je excuses maken is een manier waarop je een schuld kunt inlossen. Een andere optie is boete doen. Een gevangenisstraf of een geldboete. Maar dat zijn manieren om de relatie weer te herstellen vanaf de kant van degene die in het krijt staat. Manieren om te betalen.
  2. De andere optie is om de schuld kwijt te schelden. Te vergeven. En dat is soms veel moeilijker. Zeker waar het gaat om dingen die je als mens zijn aangedaan die niet te verexcuseren zijn. Als het gaat om dingen waar mensen mee weg lijken te komen. Vergeven is moeilijk soms.

Ik wil u helpen. En als u maar één zin kunt onthouden uit deze preek onthoud dan deze zin:

“Vergeven is jezelf bevrijden.”

En om dat duidelijk te maken wil ik u iets laten zien:

Hierboven ziet u een foto van een onzichtbaar touw.

Met dit touw zat ik gedurende een aantal jaren vast aan de pestkop die mij het leven in de eerste drie klassen van de middelbare school behoorlijk moeilijk maakte. De eerste drie jaren van de middelbare school waren voor mij pittig. Vanaf de vierde klas kwam ik in een leuke klas terecht en ik bewaar hele warme herinneringen aan de laatste drie jaar op de middelbare school. Maar die pestkop droeg ik nog lang met me mee. Alsof ik aan het wachten was op een telefoontje dat ooit zou komen. Excuses. Sorry.

Dat kwam er nooit. Voor pesten hoef je over het algemeen ook niet naar de gevangenis. Je krijgt er ook zelden een geldboete voor. En ik stond daar maar met dat touw in mijn handen. Waarmee ik hem op de één of andere manier nog vasthield. Tot ik me realiseerde dat hij gewoon door was gegaan met zijn leven.

Vergeven is jezelf bevrijden. Dat touw loslaten. Je hand openen. Omdat je je realiseert dat er soms geen genoegdoening komt. Geen straf. Geen boete. Geen berouw.

Vergeven betekent niet dat je iets goedpraat wat altijd verkeerd is geweest. Of dat je zegt dat het niet erg was. Dat het geen pijn heeft gedaan. Vergeven betekent dat je het loslaat en er je eigen leven niet meer door laat bepalen. Wie jij bent wordt daar niet meer door bepaald. Loslaten.

God vraagt het heel praktisch van zijn volk in Deuteronomium.

“Elk zevende jaar moet u algemene kwijtschelding verlenen. Dat houdt het volgende in: elke schuldeiser moet iedereen die iets van hem heeft geleend zijn schuld kwijtschelden; hij mag zijn volksgenoot, zijn broeder, niet tot afbetaling dwingen, want de kwijtschelding is afgekondigd in de naam van de HEER. “

Deuteronomium 15, vers 1 en 2 (De Nieuwe Bijbelvertaling, 2004)

Laat ook de financiële schulden op een gegeven moment maar wat ze zijn zegt Hij. Best een prikkelende gedachte. Ik ben benieuwd wat er zou gebeuren in onze wereld die om geld draait. Geef mensen de kans om met een schone lei te beginnen. Zoiets kan alleen God verzinnen.

“Armen zullen er altijd zijn bij u. Daarom druk ik u op het hart om vrijgevig te zijn tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is.”

Deuteronomium 15, vers 11 (De Nieuwe Bijbelvertaling, 2004)

Er is geen leven zonder vergeving zei ik al. En dat wil ik nogmaals zeggen. U zult mensen kwetsen bedoeld of onbedoeld en anderen berokkenen u schade. Sommigen van u zijn getekend door diepe sporen en wonden die in uw leven getrokken zijn. Soms door mensen die gewoon door zijn gegaan. Die geen sorry hebben gezegd. Mensen die ermee zijn weggekomen. Ik gun u dat u het touw loslaat. Dat u zelf verder kunt. Dat je jezelf bevrijdt.

Als er in Deuteronomium staat dat je vrijgevig moet zijn dan staat er eigenlijk letterlijk in het Hebreeuws dat je je hand moet openen. Een oudere Nederlandse vertaling vertaalt het als volgt:

“Want armen zullen nooit in het land ontbreken; daarom gebied ik u aldus: Gij zult uw hand wijd openen voor uw broeder, voor de ellendige en de arme in uw land.”

Deuteronomium 15, vers 11 (De Bijbel, 1951)

Leef met open handen en een open hart. Soms moet je om zelf overeind te blijven om zelf door te kunnen de schuld van een ander loslaten.

Waarom vertel ik u dit? Omdat ik denk dat sommigen van u dit moeten horen. Ik ontmoet soms mensen die ik als het ware met zo’n touw of soms meerdere touwen in hun handen zie staan. Ik wil u uitnodigen om naar uw eigen handen te kijken. Zijn ze verkrampt. Halsstarrig. Blijft u koppig vasthouden? Dan heeft dat ook zijn weerslag op uw hart. Dat kan niet anders. Het bepaalt wie u bent. Wie u wordt. Maar als mens ben je meer dan de littekens en teleurstellingen die je in het leven hebt opgelopen.

Vergeven is een Goddelijke opdracht. En net als meer Goddelijke opdrachten is het geen eenvoudige opdracht. Jezus helpt ons op weg met zijn gelijkenis. De gelijkenis die Jezus verteld is zoals wel vaker verteld absurd. De dienaar die voor de koning staat heeft een schuld die als je het om zou rekenen triljarden of ziljoenen beslaat. Een absurd hoog bedrag. Een schuld die je normaliter een leven lang met je meedraagt. Een schuld die je nooit kunt inlossen. Je verdient het in honderd levens nog niet terug. De schuld tussen de twee dienaren is veel minder groot. Een veel minder groot bedrag. Het is alsof de eerste man vergeven is van een oorlogsmisdaad maar vervolgens zijn buurman niet kan vergeven dat die ooit z’n rozenstruik per ongeluk doodgesnoeid had. De eerste dienaar ziet zijn eigen schijnheiligheid niet. En daar moeten ook wij in de kerk voor oppassen.

Wat Jezus wil zeggen is het volgende: God vergeeft mensen. Hij heeft ook u vergeven. Hij bevrijdt mensen. Hij heeft ook u bevrijd. Dat is onze boodschap. Laten wij die boodschap niet geweld aandoen door onszelf en een ander gevangen te zetten. Door niet te vergeven. Want dan lijken we beangstigend veel op die eerste dienaar. Die zijn eigen schuld niet zag.

Woorden genoeg. Ik geef u de woorden van een prachtig lied van dichter Sytze de Vries. In de hoop dat het woorden zijn die u kunt uitleven. Een uitvoering van dit prachtige lied is hier te vinden.

Maak liefde waar, in geven en aanvaarden,
belangeloos en zonder elke dwang,
een schuilplaats waar geen doen alsof kan aarden,
waar kwetsbaarheid geen pantser meer verlangt.
Geef mij je hand en ongebaande paden,
geef mij je liefde waarlangs wij ook gaan.
God geeft ons zelf zijn beeld van ware liefde:
de open hand alleen als grond van ons bestaan.


Maak liefde waar, door nimmer te begrenzen,
maar als omarming die ons juist bevrijdt,
de steun die helpt gevaren te trotseren,
als moed die naar ons ware zelf toe leidt.
Geef mij je kracht, als woorden gaan bezwijken,
Geef liefde, ondanks wat ik heb gedaan.
God geeft ons zelf zijn beeld van ware liefde:
de open hand alleen als grond van ons bestaan.

Maak liefde waar, maar nooit als macht of invloed,
als wapen dat de ander overspeelt.
Aanvaarden wij elkaar juist met gebreken
en deel de vreugde om wat wordt geheeld.
Geef mij jou hoop in angsten en in dromen,
wanneer ik faal, geef dan je trouw ruim baan.
God geeft ons zelf zijn beeld van ware liefde:
de open hand alleen als grond van ons bestaan.

Sytze de Vries

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *